Al zo lang als ik me kan herinneren, wordt er bij ons thuis Drents, ofterwijl ‘plat’ praot. Iets wat ik vroeger maar stom vond, want op school moest ik netjes abn spreken en wanneer ik thuiskwam, moest ik weer overschakelen naar het dialect. Drents praten op school was geen optie, maar abn thuis ook niet, want dit werd al gauw ‘hooghaarlemmerdijks’ genoemd.
Ondanks dat veel mensen die van huis uit geen dialect spraken me vaak een boerentrien noemden en ik dit niet leuk vond, ben ik het dialect en in het bijzonder het Zuidoost-Drentse dialect door de jaren heen wel gaan waarderen. Wanneer ik iemand Drents hoor praten, voel ik meteen enige verbondenheid met diegene en wanneer ik een groep Drenten plat hoor praten, heb ik het gevoel alsof ik thuis ben.
Abn spreek ik prima en soms geloven mensen in Drenthe die me niet kennen ook niet dat ik ervandaan kom, maar plat praoten kan ik als de beste en wanneer ik enthousiast word, is dat ook duidelijk te horen. Wat dat betreft bekt Drents dan toch net even iets beter.
Het echte Drents
Vaak wordt er gezegd dat er in Haarlem het meest zuivere Nederlands wordt gesproken. Dit valt echter over het Drents niet te zeggen.
Het echte Drents bestaat niet. In elke streek en zelfs in bijna elke plaats wordt een iets ander dialect gesproken waardoor een woord als bijvoorbeeld water in Drenthe als ‘wotter’, ‘waoter’ of ‘wutter’ kan klinken.
Alle woorden die in mijn omgeving worden gebruikt, zijn dus ook woorden die niet overal in Drenthe voorkomen. Maar toch wil ik je mijn favorieten niet onthouden.
Daarom vandaag een lijstje met de mooiste Drentse woorden volgens Eev.
Noot vooraf: ik heb de woorden opgeschreven zoals ze in mijn omgeving worden uitgesproken, maar wel zoveel mogelijk geprobeerd de goede Drentse spelling aan te houden. Hierbij worden namelijk de e en de n uitgeschreven, terwijl de e veelal wordt ingeslikt. Een woord als swiemelen, wat qua spelling dus correct is, wordt bijvoorbeeld meer uitgesproken als swiemeln.
Over naar mijn lievelings:
Pute: tasje of zakje. Een pute patat.
Skuddeldoek: vaatdoek
(Soep)slieve: soeplepel
Stee: huis
Neefie: mug
Deele: berging
Mieghommel: mier
Buutse: broekzak
Gaorenklopper: apart iemand
Gloepens: buitengewoon, heel erg. Dat is gloepens warm.
Swiemelen: slingeren, wankelen. Die kerel hef te veul dronken. Hij swiemelt op de bienen.
Vernuvern: vermaken
Kloete: een klont
Rikkepaol: paaltje in een weiland met prikkeldraad
Knieperd: zuinig persoon, gierigaard
Boskoppen: boodschappen
Eerpels: aardappels
Siepels: uien
Krooije: kruiwagen
Stoete: brood
Oelegie: nachtvlinder
Spetterkeers: sterretjes (het vuurwerk)
Doordat ik tegenwoordig in Twente woon, heb ik ook een aantal Twentse woorden geleerd. Mijn favoriete Twentse woord wil ik jullie dan ook niet onthouden, namelijk: kraomschudden, wat ‘op kraambezoek gaan’ betekent.
En welk dialect spreek jij? Wat is jouw favoriete woord?
Geweldig! Klinkt zo gezellig! Ik ben opgegroeid in een dorpje onderin Gelderland tegen Brabant aan waar ik ook altijd dialect sprak. En het gekke is, ik kan met iemand uit dat dorp geen abn praten, ga automatisch in het dialect over! Nu woon ik in Zuid-Afrika en praat dagelijks ook Afrikaans, een heerlijk taaltje waarbij nogal veel woorden qua uitspraak op mijn oude dialect lijken. Favo woordje in dialect: dalken. ? Als in: ‘ge mot nie zo zitte dalke!’ – ‘Je moet niet zo zitten knoeien. Of ‘deddelen’ wat ook ‘knoeien’ betekent.
Op de één of andere manier klinkt dialect ook altijd heel gezellig inderdaad. ?
Het Afrikaans lijkt mij ook een leuke taal om te horen/kunnen spreken trouwens!